De Berbers (3de millennium v.Chr. en verder) Volgens archeologische bronnen moeten we de opkomst van Berberstammen in Noord-Afrika dateren rond 2000 v.Chr. In de 8ste eeuw v.Chr worden ze voor het eerste vermeld in geschreven teksten. Hoewel de vroege Berbers vooral nomadische herders waren, deed een minderheid reeds aan sedentaire agricultuur. Deze stammen hadden nauw contact met Carthaagse en Griekse kolonies in Noord-Afrika. Het woord ‘Berber’ is bijvoorbeeld afkomstig van de Griekse term voor Noord-Afrikaanse inwoners ten westen van Egypte. In de 3de en 2de eeuw v.Chr. vormden verschillende Libisch-Berberse groepen de koninkrijken Numidië en Mauretania. Deze werden echter al snel veroverd door de Romeinen, die vervolgens een grote culturele erfenis nalieten in Noord-Afrika. In de 5de eeuw n.Chr. vielen de Vandalen Romeins Noord-Afrika binnen en konden het met de hulp van de Berbers veroveren. De Byzantijnen stuurden verschillende expedities naar Noord-Afrika in de 6de eeuw en verkregen zo een zekere controle over de regio. De vervolging van Ariaanse en Donatistische christenen in de volgende eeuw keerde de Berbers echter tegen hun Byzantijnse heersers. Hierdoor konden islamitische Arabieren Noord-Afrika relatief gemakkelijk veroveren in het midden van de 7de eeuw. De Arabieren consolideerden hun verovering van de regio door de stichting van nieuwe steden (in het bijzonder Qayrawan in Tunesië), de geleidelijk verspreiding van de islam, en de alliantie met lokale Berberstammen. In 711 stak een leger van Berbers en Arabieren onder de leiding van Tariq ibn Ziyad en Musa ibn Nusayr de straat van Gibraltar over en versloeg de Visigotische koning Roderik in de slag bij Guadalete. Hierna konden ze het Iberische schiereiland snel veroveren. Middeleeuwse Berberlegers waren befaamd om hun gebruik van kamelentroepen en licht bepantserde, maar bliksemsnelle cavalerie. Vooral de Jinete, een lichte cavalerie met speren, waren dodelijk tegen verscheidene troepentypes. Het Berberse paard was beroemd om andere paarden af te schrikken door haar agressieve persoonlijkheid, wat de ruiters een groot voordeel opleverde in de strijd. Ondanks enkele korte onderbrekingen bloeiden het middeleeuwse islamitische Berberrijk van Noord-Afrika en het Iberische schiereiland uit tot centra van cultuur en handel. Vooral hun architecturale erfenis is uitzonderlijk rijk dankzij de oprichting van monumentale gebouwen zoals het Alhambra in Granada, de Mezquita in Cordoba, de Koutoubia-moskee in Marrakesh, en de Hassantoren in Rabat. De Berbers waren belangrijke spelers in de economie van de middeleeuwse Mediterrane wereld. Zo profiteerden ze ten volle van de lucratieve Trans-Sahara handel, waarbij de goudhandel een grote rol speelde. Dankzij de indrukwekkende sterkte van hun vloot golden de Berbers eeuwenlang als militaire en commerciële grootheden. Vanaf 909 domineerde een nieuwe macht Noord-Afrika: het kalifaat van de Fatimiden (909-1171). De leider van de Fatimiden, Ubayd Allah, kende zich de titels van Imam, Kalief, en Mahdi (een Messias in de islam) toe. Hiermee vestigde hij een precedent dat door zijn verschillende politieke opvolgers nagebootst werd. Verdere veroveringen naar het oosten resulteerden uiteindelijk in een te groot rijk, waardoor de Fatimiden hun controle in de Maghreb verloren. Ook op het Iberische schiereiland stortte het centrale bestuur ineen en fragmenteerde het rijk in verscheidene Taifa’s of stadstaten. Een belangrijke Arabisatie van de Maghreb voltrok zich na de invasie van de Banu Hilal, een Arabische stammenunie, in de 11de eeuw. Deze immigratie had ook een grote invloed op handels- en landbouwtechnieken in de regio. Kort daarna slaagden de Almoraviden (1040-1147) om de Maghreb over te nemen. Op het Iberische schiereiland herenigden ze de Taifa’s onder hun gezag en stopten ze de militaire opmars van de christelijke koninkrijken. De Almoraviden werden opgevolgd door de Almohaden (1121-1269), die in 1195 de Castilianen een verpletterende nederlaag toedienen en zo hun politieke invloed zeer sterk zagen toenemen. Onder de Almoraviden en de Almohaden bereikte de middeleeuwse, West-islamitische wereld zijn politieke en culturele hoogtepunt. Spaans christelijke koninkrijken veroverden geleidelijk aan het Iberische schiereiland, een eeuwenlang proces dat culmineerde in 1492 met de val van het emiraat van de Nasriden door een verenigd Castille-Aragon. In de 16de eeuw veroverden Ottomaanse Turken het grootste deel van de Maghreb. In het westen was hiermee de voorloper van de huidige Marokkaanse staat geboren, namelijk de Saadiddynastie (1549-1654).